donderdag 1 april 2010

De Gezellige Arena

Ik heb in jaren niet zo vroeg in het seizoen besloten om mijn seizoenskaart te verlengen. Ergens in december al en dat terwijl Ajax allang kansloos leek in de strijd om het kampioenschap. Daar is een voetbaltechnische reden voor aan te wijzen. Ik geloof in het project Jol. Er begint een duidelijk elftal vorm te krijgen, met af en toe inzinkingen, soms keuzes voor spelers waar ik het niet mee eens ben, maar de belangrijkste posities staan wel vast. Er is gaandeweg meer structuur ontstaan waardoor de gevreesde Suárez-afhankelijkheid flink is afgenomen en Jol heeft zich niet laten gijzelen door de 4-3-3 tradionalisten. Ik ga op zondag weer met het gevoel naar het stadion dat er iets leuks onverwachts kan gebeuren. Bovendien is er met de komst van een aantal talenten ook hoop ontstaan dat dit een project is dat voorbij de korte termijn vruchten kan afwerpen.

Maar los daarvan lijkt het gewoonweg steeds gezelliger te worden in de Arena. Misschien dat de verhuizing naar de andere kant van het stadion een frisse blik heeft gegeven. Ik zat al jaren naast het uitvak en dat fungeerde toch voor sommige lieden als de rode lap voor een stier. Zeer primitief. Bovendien zaten er teveel zuurbekjes achter me en ging men vaak genoeg onderling om Mickey Mouse redenen met elkaar op de vuist. Nee, aan de kant van voorheen-Vak 410 is het allemaal wat gemoedelijker. En nu we het toch over het sfeervak hebben, die zijn door de jaren uitgegroeid tot fijne aanjager van enthousiasme waarmee ze, met hun jeugdige vrolijkheid, de blasé houding van de F-Side hebben overvleugeld. Die laatste zijn nooit dat eerste seizoen in de Arena te boven gekomen toen ze uit elkaar werden gezet.

Ajax en de Arena zijn vanaf het begin op zoek geweest naar manieren om zoiets vaags als sfeer te creëren. En hoe meer je dat rationeel probeert te bedenken hoe groter de kans op mislukking. Spelletjes, Rembrandtpleinzangers, het volume steeds hoger zetten en allerhande ongein die ik gelukkig al weer ben vergeten, het wilde maar niet helpen. Wat wel duidelijk leek is dat Ajax langzaam zijn Amsterdamse identiteit wilde hervinden. Zoals wel vaker zijn bepaalde zaken die buiten het stadion vervelende thema’s of gevoelens zijn er binnen een onschuldig ritueel en zo is die identiteitsvraag wel interessant, zeker aangezien een aanzienlijk deel van de Arena-bezoekers niet uit Amsterdam komt. Is er een Amsterdammigheid waar ze zich mee identificeren? Geen idee, maar het wordt steeds sterker uitgedragen. Daar leent vooral muziek zich voor, dus alle klassiekers van Mokum komen dit seizoen langs, de gebruikelijke “Oh Johnny”, “Bij Ons in de Jordaan” en tot vervelends toe “De Vrolijke Koster” maar ook meer cynische ode’s als “Mijn Stad” en “Big City” (hoorde pas afgelopen zondag dat de beginregels zijn: “Waar ter wereld ik ook kwam, nimmer trof ik zo een bende als in 't oude Amsterdam”.) Goed, die vind je allemaal op een Mokum Zingt verzamelaar. Het is veel leuker als iets per ongeluk gebeurt.

Weet niet wie in de rust met nog een paar minuten te gaan op het lumineuze idee kwam om Bob Marley’s ‘Everything’s Gonna Be Allright’ te draaien maar het bleek een meesterzet. Zelden zo een klik gezien bij een mensenmassa. Vrijwel direct begon men het refrein mee te zingen en bleef dat doen toen de plaat was afgezet en de tweede helft begon. Sindsdien wordt het tijdens elke rust gedraaid als een nieuw clublied. Waarom werkt dat nu? Een reden is dat Bob Marley natuurlijk net zo onderdeel is van de Amsterdamse cultuur als Tante Leen. In de sportcontext heeft men het liever niet over die blowende kant van Amsterdam, maar dit was gewoon een omarming van de complete Amsterdam mythe. Maar het liedje verwoordt een gevoel dat blijkbaar bevrijdend werkt voor hedendaagse Ajaxfans, een soort berustend relativisme. Geen opgefokt “WE ARE THE CHAMPIONS!” geblaat (feitelijk al jaren niet het geval) maar een erkenning dat we diep in de put zitten en dat het hierna eigenlijk nog maar beter kan worden. “Nou, nou” zullen sommigen om verschillende redenen denken, maar vergeet niet het onrealistische zelfbeeld van de Ajacied, dat de club jarenlang op elk niveau verstikte. Dat doorbreken, en dat doet Bob Marley op zijn unieke universele wijze, is een verademing. Het is gewoon relaxed om Ajacied te zijn. De Arena is zowaar gezellig, ook al mag je er niet meer roken…en met dat voetbal komt het ook allemaal wel goed, man.