zondag 4 juli 2010

Spanje - Paraguay 1-0


Spanje speelt dit toernooi tegen zichzelf. Deze selectie had tot nu toe alles in zich om elke wedstrijd met 3-0 te winnen maar een paar "subtiele" veranderingen van Del Bosque in de machine die perfect functioneerde zorgen ervoor dat Spanje de tegenstander elke wedstrijd een helft cadeau doet. Gisteren tegen Paraguay ook weer. Torres compleet uit vorm, Villa op de vleugel te ver van het doelgebied, Xavi niet in positie. Geen wonder dat Spanje moeizaam uit de startblokken kwam. En Paraguay dus wel, goed georganiseerd en fel trok de wedstrijd naar zich toe. Ik zag het zonder al teveel nervositeit aan want Paraguay ging dat tempo sowieso niet volhouden en Spanje zou op een gegeven moment wel zijn ritme vinden. Het idee van momentum in sportwedstrijden is pas laat naar Europa overgewaaid maar in basketbal al heel lang populair: wedstrijden lijken te bestaan uit golven met verschillende richtingen die opgewekt kunnen worden door een ploeg die zoiets als ritme vindt. Dit Spanje is daar erg gevoelig voor en het ritme kwam pas op gang toen twee cruciale wissels werden doorgevoerd na een chaotische fase met gemiste strafschoppen en een (terecht) afgekeurd doelpunt. Wat na vijf wedstrijden overheerst is een gevoel dat Spanje de halve finales heeft gehaald puur omdat de voetballers van exceptionele kwaliteit zijn, niet vanwege het goede spel. Wat de gedachte oproept: wat als ze wel vanaf de eerste wedstrijd op stoom waren geraakt?

Conclusie: halve finale, tegen de favoriete Duitsers, het einde van experimenten. Tijd om gewoon te gaan voetballen. En als dat de intentie is kan Spanje gewoon de finale halen. Duitsland is euforisch en favoriet voornamelijk vanwege twee erg goede wedstrijden tegen suïcidale tegenstanders. De underdogpositie van Spanje komt nu erg goed uit. Maar essentieel is dat ze niet zo ongeconcentreerd, zoekende, beginnen als gisteren. Een 0-1 achterstand tegen dit opperbest counterende Duitsland is desastreus.

Gisteren tijdens Duitsland - Argentinië toen de achterstand nog overbrugbaar was, vroeg ik me af wie ik liever wilde als opponent in de halve finale. De op individuele genie gestoelde aanval van Argentinië (gaat Messi dan toch opeens exploderen?) of het vrolijke collectivisme van Duitsland. Liever dat eerste, maar dat ging al snel ten onder aan het slim opererende collectief dat de chaotische tactiek van Argentinië efficiënt afstrafte, dus de vraag werd nutteloos. En natuurlijk had ik graag gezien dat Spanje Maradona zelf een lesje had geleerd. Zijn emotionele coaching gericht op aanvallend voetbal heeft potentie maar de (al dan niet ironische) Maradona-cultus in de media begon erg vervelend te worden. De man leek het als een geflipte Calimero bovendien alleen nog maar over Spanje te kunnen hebben. Misschien terecht omdat we zo edel en mooi zijn maar de Argentijnse Hazes (drijvend op valse emotionaliteit, vulgair, paranoïde, corpulent) had ik graag zien worden ontmanteld door La Roja.